Dit geweldige boek, een Nederlandse vertaling van "thinking, fast and slow", staat vol met psychologische verklaringen voor het irrationele gedrag van mensen. Omdat een samenvatting van het boek ongeveer net zo lang zou zijn geworden als het boek zelf, beschrijf ik hier alleen een aantal weetjes die ik het interessantst vond. Zoals de reden waarom mensen aan loterijen meedoen terwijl ze weten dat de statistische kans ongelofelijk klein is om te winnen, waarom mensen zichzelf overschatten, en hoe het komt dat je in drukke perioden afwijkt van je goede voornemens.
DE TWEE SYSTEMEN
Volgens de theorie van Kahneman heeft ieder mens twee type systemen waar vanuit men acteert:
- Systeem 1 werkt automatisch en snel op basis van indrukken, ingevingen, intenties en gevoelens. Het gebruik van Systeem 1 kost weinig inspanning en kan moeilijk onder controle gehouden worden.
- Systeem 2 zorgt voor bewuste aandacht voor mentale inspanning, het rationele. Dit kost energie en wordt gebruikt om indrukken van systeem 1 te onderdrukken wat zorgt voor zelfbeheersing.
Zowel het gebruik van Systeem 2 als het schakelen tussen taken binnen systeem 2 kost energie, behalve als mensen in flow zijn. Een staat van moeiteloze concentratie die zo diep gaat dat het besef van tijd, van jezelf en van problemen volledig verloren gaat. Wanneer Systeem 2 overwerkt is heeft Systeem 1 meer invloed op het gedrag, en verliezen we onze zelfbeheersing. Zo wijken we op een stressvolle werkdag opeens af van ons (rationele) goede voornemen om niet meer te snoepen op het werk. Het idee dat de eerste ingeving het juiste antwoord de juiste is, is niet correct. Omdat het zo logisch klinkt (vanuit systeem 1) is het moeilijk om verder te denken (Systeem 2) en dat doen de meeste mensen dus ook niet.
DE VAARDIGHEID VAN DE EXPERT
Herbert Simon beschrijft dat intuïtie niets anders is dan herkenning (Systeem 1). Een situatie verschaft een aanwijzing, deze aanwijzing geeft toegang tot informatie in iemands geheugen en deze informatie leidt tot een antwoord. Dit betekent dat Intuïtie alleen te vertrouwen is wanneer er sprake is van een mate van vaardigheid. Vaardigheid komt volgens Kahneman tot stand vanuit twee basisvoorwaarden:
- De omgeving waarin iemand opereert moet voldoende regelmatig zijn om voorspelbaar te zijn.
- De persoon moet de gelegenheid hebben gehad om langdurig te oefenen in de regelmatige omgeving.
SCHATTEN ZONDER BIAS
Mensen die gevraagd worden om een schatting te maken gebruiken over het algemeen alleen hun intuïtie, wat bij gebrek aan vaardigheid meestal leidt tot onvalide schattingen. Door een statistisch gemiddelde te gebruiken om je schatting bij te sturen worden schattingen een stuk meer valide. Kahneman beschrijft vier stappen:
- Begin het een schatting van de gemiddelde waarde.
- Bepaal op basis van intuïtie de waarde van de specifieke situatie op basis van aanwijzingen.
- Schat de correlatie in tussen de aanwijzingen en het gemiddelde.
- Als de correlatie 0,30 is, schuif dan 30% op van het gemiddelde richting de intuïtieve schatting.
PROSPECTTHEORIE
Amos en Kahneman ontwikkelde een prospecttheorie waarin op basis van waarschijnlijkheid en psychologische reacties van mensen -afkeer van verlies & hoop op winst- risico wordt opgezocht, of juist vermeden. Een paar interessante conclusies betreft de vier kwadranten:
- Wanneer er kleine kans is om veel geld te winnen krijgen mensen hoop op winst en zoeken daarbij risico op, zoals bij loterijen.
- Wanneer er een grote kans is om veel geld te winnen zijn mensen bang om teleurgesteld te raken en krijgen een afkeer van risico. Hierdoor schikken mensen met ongunstige regelingen, zoals een schikking in de rechtbank.
- Wanneer er grote kans is om een groot verlies te maken, zoeken mensen risico op om te dat te voorkomen.
- Wanneer er kleine kans is om grote verliezen te maken, hebben mensen een afkeer van risico. Hierdoor accepteren zij ongunstige regelingen, zoals dure verzekeringen.
PSYCHOLOGISCHE EFFECTEN
Een aantal psychologische aspecten die systeem 1 kunnen misleiden:
- Mere exposure effect, regelmatige blootstelling aan een woord of gezicht maken dat we dat woord of gezicht positiever beoordelen. Ook als de blootstelling zo snel gaat dat we het ons niet realiseren. (Systeem 1 zorgt voor herkenning van een woord of gezicht, zonder context)
- Positievetoetsstrategie (of bevestigingsbias), ons associatieve geheugen zal een situatie beoordelen aan de hand van hoe de vraag gesteld wordt. Bv. Is Sam onaardig? Of is Sam aardig?
- Halo-Effect, de neiging om alles van iemand te waarderen (of te verafschuwen), inclusief aspecten die je nog niet hebt ervaren. (1e indrukken worden opgeslagen in Systeem 1). Bijvoorbeeld: wat vind je van de volgende personen? Jan: Intelligent/actief/impulsief/kritisch/koppig/jaloers Kees: Jaloers/koppig/kritisch/impulsief/actief/intelligent
- Referentie-effect. Wanneer een mensen moeten oordelen over een waarde wordt deze beïnvloed door een eventueel genoemde referentiewaarde, ook al heeft deze absoluut niets met de vraag te maken. Met vragen naar een donatie voor een goed doel leverde een referentieniveau van 5 dollar gemiddeld 20 dollar op, en een referentie van 400 euro gemiddeld 143 dollar.
- Beschikbaarheids bias, hoe gemakkelijker systeem 1 voorbeelden uit het geheugen ophaalt, hoe meer waar een bewering lijkt. Vraag een stel het percentage van persoonlijke bijdrage aan huishoudelijke taken en beiden zullen zichzelf overschatten (waardoor de som van beiden boven de 100% uit komt). Maar, hoe moeilijker het wordt om voorbeelden aan te halen, hoe minder overtuigd proefpersonen zijn. Bijvoorbeeld: mensen beoordelen zichzelf assertiever als ze drie voorbeelden moeten geven van assertief gedrag dan wanneer ze er 12 moeten noemen.
Boeken over Persoonlijke Groei interessant?
Ga verder naar:
Coach jezelf naar Succes - T.Miedaner
Een interessante engelstalige video over dit boek:
BRON:
Kahneman, D. 2011, Ons Feilbare Denken, Amsterdam: Business Contact. (bestel dit boek)