In haar boek ‘The Life Coaching Handbook’ beschrijft Curly Martin in 19 hoofdstukken een scala aan basisprincipes van life coaching. Life coaching is anders dan het coachen van bijvoorbeeld een voetbalteam of een six sigma project om tenminste 2 redenen: Ten eerste omvat life coaching alle aspecten van iemands leven en niet 1 gebied, zoals werk of sport. Ten tweede heeft life coaching de focus om cliënten ten minste 75% van de tijd zelf hun acties bedenken in plaats van dat de coach in 75% van de gevallen een voorstel doet omtrent de acties (zoals bij six sigma projecten: schuldig!). Inhoudelijk zijn er veel overeenkomsten tussen verschillende situaties waarin coaching plaats vind, zoals we in dit artikel zullen zien.
Dit artikel beschrijft drie thema’s die in de verschillende hoofdstukken van het boek aan bod komen: Het I-CAN-DO stappenplan die de coach kan gebruiken tijdens de coaching sessies om de door de cliënt te bepalen doelstellingen te halen, hoe je rapport opbouwt met je cliënten zodat de kans groter is dat de relatie tussen coach en cliënt succesvol is, en hoe je Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) principes kunt toepassen in het gesprek wanneer de cliënt vast lijkt te zitten bij het definiëren van vervolgstappen.
Laten we beginnen met de I-CAN-DO STAPPEN ALS BASIS VOOR ELKE COACHING SESSIE. Martin beschrijft het acroniem I-CAN-DO als een methode die mede gebaseerd is op de GROW methode van John Whitmore. Elke letter in I-CAN-DO staat voor een stap in het coaching proces. De eerste 3 stappen - Investigate, Current en Aims - worden door de cliënt voorgaand aan de coaching sessies voorbereid, en de laatste 3 stappen - Number, Date en Outcome - worden gezamenlijk onderzocht en gedefinieerd.
Investigate, het Engelse woord voor ‘onderzoeken’ gaat over de stap waarin de cliënt de verschillende aspecten van zijn of haar leven in kaart brengt en probeert op papier te zetten wat voor hen belangrijk is. In deze stap kan ook al een opzet worden gemaakt met de definitie van waarvan de coach de cliënt kan helpen.
In de Current-stap, (‘huidige’ in het Nederlands) schrijft de cliënt een soort van persoonlijke geschiedenis voor de coach op wat tot die keuze van het onderwerp heeft geleidt. Wanneer de coach deze vooraf aan de eerste sessie krijgt, kan deze de coaching sessie goed voorbereiden.
De Aims-stap (doelstellingen) gaat over het opstellen van doelstellingen omtrent het verbeterthema.
In de Number-stap (‘aantal’) bespreken de coach en cliënt samen verschillende mogelijkheden om de doelstellingen te kunnen behalen en er wordt een keuze gemaakt voor uit te voeren acties.
In de Date-stap wordt besloten wanneer de acties afgerond zullen zijn, en de
Outcome-stap tot slot beschrijft hoe de succesvol uitgevoerde taak eruit ziet, zodat het duidelijk is wanneer de taak is afgerond.
Het doorlopen van bovenstaande stappen lijkt in theorie eenvoudig, maar om coaching succesvol te maken beschrijft Martin tenminste twee belangrijke thema’s. De eerste is, dat de coach en de cliënt ‘DEZELFDE TAAL SPREKEN’. Het zal geen verrassing zijn dat het de coach is die zich dient aan te passen aan de cliënt. Een belangrijke theorie die in het boek beschreven wordt is die van de drie representatiesystemen: auditief, kinesthetisch (gevoelsmens) of visueel.
Een auditief persoon is gefocust op woorden en kan snel de bedoeling uit zinnen of verhalen filteren. Dit zijn mensen die goed reageren op woorden als: ‘ik hoor wat je zegt’ of ‘hoe klinkt dat?’ het voor deze mensen erg belangrijk dat je duidelijke taal gebruikt.
Een kinesthetisch persoon gaat meer af op gevoel. Zij lijken in eerste instantie langzamer van begrip omdat zij alles wat zij horen als het waren aftesten met hun gevoel om zich er een mening over te vormen. Taalgebruik die bij hen goed past is: ‘hoe voelt dat?’ ‘… gaat hand in hand met…’ ‘laten we er samen doorheen lopen’.
De visuele persoon tot slot, werkt en denkt in beelden. Dit zijn de mensen voor wie visualisatie extra belangrijk is en de daar bij hoorden vragen als: ‘hoe zie jij dat?’ ‘kun je het je voorstellen?’.
Deze verschillen lijken onbelangrijk, maar de ervaring van getrainde coaches leert dat mensen zich beter begrepen voelen door hun coach, wanneer ze op dezelfde manier communiceren en dus hetzelfde representatiesysteem gebruiken. Het niet spreken van dezelfde taal, kan ertoe leiden dat de cliënt zich niet begrepen voelt door de coach.
Dan komt de harde kern van het coachen. Nadat de coach en cliënt de doelstellingen van de sessie hebben besproken, en de communicatie goed tussen beiden, begint het grote werk van de coach. Dit tweede thema welke de coach zich eigen moet maken is vooral belangrijk in de Number fase, waarin de cliënt verschillende acties afweegt. Het is in deze stap mogelijk de taak van de coach om OVERTUIGING (MINDSET) VAN DE CLIËNT TEN GUNSTE VAN HET DOEL TE VERANDEREN. Martin gebruikt in haar boek de verschillende Meta-modellen die gebruikt worden binnen de stroming van Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) om overtuigingen te herkennen die de cliënt in de weg kunnen staan om hun doel te kunnen halen. Er bestaan verschillende meta-modellen binnen NLP (tenminste 8 soorten, zie NLP-nu.nl website) maar in deze samenvatting beschrijf ik er 4 die in dit boek beschreven staan:
Universele waarheden (Universal Qualifiers) zijn algemene statements die iemand ervan weerhouden om een stap te zetten. Een overtuiging die iemand in de weg kan zitten om bijvoorbeeld een relatie te vinden kan zijn: ‘alleen slanke mensen zijn aantrekkelijk’. Als coach kun je vragen stellen om deze overtuiging te ontrafelen door vragen te stellen als: ‘hoe weet je dat alleen slanke mensen aantrekkelijk zijn?’. Je kunt om de cliënt uit te dagen ook meegaan met de overtuiging om aan te geven hoe absurd de overtuiging eigenlijk is waardoor de cliënt zijn of haar overtuiging wellicht aanpast: ‘ja inderdaad, alleen slanke mensen zijn aantrekkelijk, alleen slanke mensen hebben waardevolle relaties en alleen slanke mensen hebben seks’.
Hier dichtbij liggen de nominalisaties, een type meta model waarbij werkwoorden of zelfstandig naamwoorden bewust vaag worden gemaakt. Bijvoorbeeld een statement als: ‘het management mag mij niet’. Deze vage overtuigingen bieden de mogelijkheid om door te vragen en de cliënt zich duidelijker te laten uitspreken: ‘wie is het management?’ en ‘waarom denk je dat ze je niet mogen?’ Het oorzaak-gevolg model (cause and effect) beschrijft de overtuiging van een cliënt dat twee (mogelijk separate dingen) met elkaar gelinkt zijn in oorzaak en gevolg. Bijvoorbeeld de overtuiging: ‘ik kan niet naar de fitness, want ik heb niemand om samen mee te gaan’. Deze vorm van overtuigen legt de verantwoordelijkheid van het naar de fitness gaan of niet praktisch bij iemand anders neer dan bij de cliënt zelf. Vragen die je kunt stellen om deze overtuiging te laten veranderen zijn: ‘hoe werkt die link precies, dat je niet naar de fitness kan zonder iemand anders?’ of ‘wat heeft dit voor impact op je gevoel, door het succes te laten afhangen van anderen?’.
De vierde categorie die mij erg aanspreekt is complexe equivalentie en dit type model heeft met een vorm van ‘gedachten lezen’ te maken. Een voorbeeld is de overtuiging: ‘mijn baas weet dat ik een promotie wil, omdat ik altijd overwerk’. Je zou de cliënt kunnen vragen er een kans bestaat dat de baas die conclusie nog niet getrokken heeft, en of de cliënt misschien met de baas moet praten en letterlijk te vertellen dat hij/zij geïnteresseerd is in een promotie.
The Life Coaching Handbook is een mooi introductie boek voor iedereen die die met (life)coaching werkt of wil gaan werken. Het is makkelijk geschreven en heeft korte hoofdstukken waarin de basis van verschillende onderwerpen kort worden aangestipt. Het is een leuk boek als springplank om onderwerpen te kiezen waarover je meer zou willen leren, waarvoor de schrijfster ook verschillende boekentips heeft opgenomen.
Ga verder naar:
The Coaching Habit - M.B.Stanier (samenvatting)
BRON:
Martin, C., 2001, The Life Coaching Handbook – Everything you need to be an Effect Life Coach, Carmarthen (Wales): Crown House Publishing (bestel dit boek)